Over hoe moeilijk en mooi loslaten kan zijn

Over hoe moeilijk en mooi loslaten kan zijn

FW21/22 - BOSSY - Loslaten issue

BEELD: ELISE VANDEPLANCKE

Geen nummer over loslaten zonder Lieke Biesemans en Uus Knops. Deze twee zijn professioneel en gepassioneerd met afscheid bezig, elk op hun eigen manier. De één maakt de mooiste ceremonies, de ander is een geweldig auteur, psychiater en psychotherapeut. Ze plantten een jaar geleden een zaadje: of dit thema niets voor Bossy zou zijn? En of. Lees en leef mee wanneer Lieke en Uus vertellen over de schoonheid van afscheid nemen.

Kunnen jullie elkaar eens voorstellen?

Lieke: Uus, het is echt aan jou om de spits af te bijten. (lacht)

Uus: Aan mij? Hier was ik niet op voorbereid. Ik heb wel, naar aanleiding van dit interview, even opgesnord wanneer we elkaar voor het eerst gezien hebben. Dat was op 13 november 2019, tijdens een ontmoetingsavond georganiseerd rond rouw. Daar gaan we de geschiedenis in als toekomstige vriendinnen die begonnen zijn met een onwennige handschudding. Dat voelde zo raar als het eruitzag. En tegelijkertijd voelde ik ook dat het daar niet bij zou blijven.

Lieke: Ik herinner me dat ook zo. Uus sprak die avond, net als ik. Ik was ontzettend vereerd dat ik het podium met haar mocht delen. Ik was zo onder de indruk van haar eerste boek ‘Casper – een rouwboek’, waarin ze vertelt over het verlies van haar broer. Ik was trouwens ontzettend blij dat ik achteraan zat toen Uus vooraan stond. Want wat ze vertelde, pakte me enorm. Ikzelf deelde er die avond mijn eerste ervaringen en inzichten rond loslaten en het creëren van bijzondere afscheidsceremonies. Aan het einde van de avond, net voor ik naar huis ging, voelde ik de drang om nog iets tegen Uus te zeggen. Ze werd omringd door mensen die haar boek wilden kopen. Ik had dat 2021 al, dus het werd wat schuifelen en dansen om elkaar heen. Het vreemde gevoel tijdens die eerste ontmoeting kan ook te maken hebben met het feit dat ik stevig onder de indruk was van haar. (lacht)

Mooi om te zien hoe een toevallige ontmoeting tot echte vriendschap kan leiden. En nu, zonder rond de pot te draaien: hoe zouden jullie elkaar omschrijven?

Uus: Lieke is iemand die in een ongelofelijk warme spotlight staat, maar de rookmachine heeft aanstaan. Ze hult zich in een mysterieuze gloed. Ze bruist van gedrevenheid en overgave en toch slaagt ze er telkens in om niet alles prijs te geven. Dat maakt dat ik in haar zaal blijf zitten, het liefst van al op de eerste rij.

Lieke: Je slaat de nagel op de kop, Uus. Ik ben iemand die zeer extravert is, maar door weinigen echt gekend is. Ik vertel vol overgave over mensen, maar ik laat niet veel los over mezelf, ook al ziet de wereld dat soms anders. Er is maar een kleine groep mensen die mij echt kent. Het feit dat je dat meteen zag, toont aan dat je mensen kan lezen. Je achtergrond als psychiater en psychotherapeut zit hier ui teraard ook voor iets tussen. Je kan zeer goed tussen de regels door lezen, en dat is iets wat in de afscheidswereld niet evident is. Wat je leest, ziet of voelt beschrijf je vervolgens – als de geweldige auteur die je bent – met de grootste zachtheid. Dat doe je in je boeken, maar ook wanneer je voor een publiek staat. Dat maakt je, wat mij betreft, een beetje atypisch. Want het beeld dat ik van een psychiater of psycho therapeut heb, is eerder zwart-wit en strak, maar zelden zacht.

“HET IS DAAR WAAR DE EERLIJKHEID OP TAFEL LIGT DAT DE BESTE VERHALEN NAAR BOVEN KOMEN. PAS DAN KOM JE TOT DE ESSENTIE VAN WAT IEMAND IS.”– LIEKE

Uus, zie jij dat ook zo?

Uus: Bij mij vertrekt alles vanuit de verhalen die ik te horen krijg, om me heen zie en zelf meemaak. Ik hou ervan en die liefde laat ik 22 Dat vraagt van de mensen met wie ik meewan del een grote bereidheid tot kwetsbaarheid. Nog iets wat we gemeen hebben, Uus. Jij nodigt mensen uit om zich kwetsbaar op te stellen, ik doe stilzwijgend hetzelfde. Het is daar waar de eerlijkheid op tafel ligt dat de beste verhalen naar boven komen. Pas dan kom je tot de essentie van wat iemand is. En in die zin zijn de afscheidsceremonies geen vieringen waar alleen maar plaats is voor op verschillende manieren zien. Ik heb lang en hard gestudeerd om psychiater en psy chotherapeut te worden, en dat deeltje van mij wil ik niet loslaten, maar ik heb er wel voor gekozen om dit deeltijds te doen. Ik werk zowel individueel in mijn privépraktijk als in team, op interimbasis in ziekenhuizen. Die invulling geeft me vrijheid én voldoende vrije tijd. Ik vind het bovendien heerlijk om met een nieuw team aan de slag te gaan en er een soort van kwetsbaarheid en onwetendheid te installeren. Als psychiater word je geacht alles te weten. Aan het begin van een nieuw traject zeggen dat je iets níét weet, normaliseert, telkens weer. Ook bij andere projecten heb ik niet het gevoel dat ik alles moet weten voor ik start. Het leven is een speeltuin en ik ben benieuwd om alles te ontdekken.

Zie je het als je missie om het taboe, dat rond kwetsbaarheid hangt, weg te halen?

Uus: Ik vind het heel belangrijk om te tonen dat het oké is om je kwetsbaar op te stellen. Het allereerste artikel dat ik ooit schreef was er eentje voor Charlie Magazine over mijn burn out. Het feit dat ik daar als psychiater open en bloot over vertelde, zorgde bij velen voor opluchting. Ik heb er zelf geen moeite mee om me kwetsbaar op te stellen. Tegelijkertijd zoek ik naar een betere woordkeuze. Kwetsbaar zijn staat voor mij niet gelijk aan je zwak opstellen, het gaat eerder over eerlijkheid, transparantie en vertrouwen hebben in de mensen rondom je. Ik vind het fijn om op mijn beurt die men sen aan te moedigen om even transparant door het leven te gaan. Tenslotte is dat ook wat ik verwacht van mensen die bij mij op consultatie komen.

Lieke, jij en Uus delen zonder twijfel die liefde voor verhalen.

Lieke: Absoluut, ik ga haar zin dan ook gewoon stelen: ik hou ook van verhalen. (lacht) Dat we beiden graag vertellen, dat zullen we wel gevoeld hebben, die 13de november. Ik hou er ook van om verhalen te schrijven, en dat doe ik met Stories by Mabel op momenten die een mensenleven maken. Op hoogdagen: daar waar er getrouwd wordt en twee zielen zich op elkaar loslaten, maar evengoed op momenten wanneer er een ziel losgelaten wordt. Dan bouw ik hoogstpersoonlijke ceremonies uit op een manier die gemiddeld genomen als anders bekeken wordt. Niet cliché, noch wollig. bewieroking of een heiligverklaring. Er is ruimte voor eerlijkheid, voor boosheid. Kortom: voor alles wat een leven geweest is en voor alles wat een leven niet geweest is. Dus die kwetsbaar heid, dat is een tweede, stevige rode draad die ons verbindt.

“LOSLATEN STAAT NIET LOS VAN IETS OF IEMAND, JE KAN PAS LOSLATEN ALS JE WEET OF VOELT DAT JE VERBONDEN BENT MET IETS OF IEMAND.” – UUS

Het getuigt van durf om mensen uit te nodigen om zich kwetsbaar op te stellen, of beter: eerlijk en transparant te zijn.

Uus: Dat is zo. We nodigen beiden mensen uit om dat te doen, zij het op een andere manier. Bij mij is er op voorhand een therapeutische verwachting, bij Lieke is die er niet, maar ik ga er prat op dat wat zij doet vrijwel altijd een therapeutisch effect heeft op de mensen bij wie ze aan tafel aanschuift.

Lieke: En dat verbaast me telkens weer. Mensen verwachten zich niet aan zo’n ‘onbedoeld therapeutisch effect’ dat samen bouwen aan een afscheid teweeg kan brengen. Maar het is er, net omdat je een veilige context creëert waarbinnen mensen kunnen vertellen en loslaten.

Uus: Wanneer mensen naar jou komen, Lieke, komen ze vaak niet alleen. Ik denk dat we daar ook tot een van de mogelijke kernen van los laten komen. Loslaten staat niet los van iets of iemand, je kan pas loslaten als je weet of voelt dat je verbonden bent met iets of iemand. Lieke: Daar volg ik je helemaal in. Recent bouwde ik een afscheidsceremonie voor een jonge moeder die uit het leven was gestapt. Er werd een ruimte gevuld met honderd mensen, en er volgden nog eens honderden via livestream. Haar vertrek had overduidelijk een hele gemeenschap geraakt. Tot op de dag van vandaag krijg ik van deze mensen mailtjes, met de boodschap dat ik ervoor gezorgd heb dat ze een stukje van het meest rauwe verdriet hebben kunnen loslaten, daar, tijdens die afscheidsceremonie. Ik vind het heel fijn om twee mensen, twee families aan elkaar te lijmen tijdens een feestelijke huwelijksceremonie, maar het is echt andere koek wanneer je een publiek aan elkaar lijmt op een moment dat er extreem verdriet mee gemoeid is… Wist je trouwens dat mijn allereerste publicatie ooit ook een artikel voor Charlie Magazine was, over mijn burn-out?!

Uus: Dat meen je niet?

Lieke: Echt waar, daar is álles begonnen. Nog iets wat wij delen!

Hoe makkelijk laten jullie zelf los?

Lieke: Uus is daar ongetwijfeld de betere in van ons twee.

Uus: Waarom denk je dat?

Lieke: Ik zie je dat heel bewust doen. Jij weet dat je voelt, zonder dat je voelt. En je gaat er – zo zie ik dat tenminste vanop afstand – met een bepaalde vastberadenheid en durf naartoe, naar dat gevoel. Als ik met je spreek of iets van jou lees, dan voel ik dat je die moed hebt. Het feit dat je van de sterfdag van je broer Casper jullie dag maakt, toont aan dat je heel bewust ruimte maakt om naar je gevoelens toe te gaan. Wetende dat dat betekent dat je die gevoelens dan moet vastpakken, maar ook kan loslaten. Dat kan ik niet. Ik moet werkelijk gedwongen of overvallen worden door gevoelens om ze los te laten. Op mijn 41ste blijft dat een werkpunt. Na een afscheid weet ik dat ik naar dat verdriet moet en toch zal ik het niet doen. Als ik het kan ontlopen, doe ik dat. Met als gevolg dat ik plotsklaps overvallen kan worden door ver driet, wanneer een liedje mij doet denken aan bepaalde gevoelens of een bepaalde persoon. Pas dan laat ik los. Ik ken de theorie als de beste, maar val mezelf op vlak van loslaten nog vaak tegen.

“IK MOET WERKELIJK GEDWONGEN OF OVERVALLEN WORDEN DOOR GEVOELENS OM ZE LOS TE KUNNEN LATEN. OP MIJN 41STE BLIJFT DAT EEN WERKPUNT.” – LIEKE

Uus: Er zijn dingen die ik perfect kan loslaten en dingen die ik nooit zal loslaten. Zo hou ik uit elke hobby, uit elke cursus en uit elk kamp wel een vriend over. Wanneer ik met iets nieuws start, kan ik niet anders dan het ‘afmaken’. Met de fiets die ik voor mijn communie kreeg, heb ik gereden tot hij helemaal versleten was. Ik ben een vasthouder, een bijhouder. Tenzij iets me stoort, dan probeer ik te onderzoeken wat er aan de hand is en wat ik er mee kan doen. Zo voelde ik voor dit interview nog dat er iets in de weg zat. Het bleek een mail te zijn van een patiënt die me nog wilde spreken terwijl ik eigenlijk al in vakantie ben. Het vreet aan me dat ik op zo’n moment iemand moet teleurstel len. Door erop in te zoomen besefte ik waar het vervelende gevoel vandaan kwam. Ik heb een oplossing gezocht voor de patiënt in kwestie, en kon zo dat gevoel loslaten. Wat voor mij ook altijd werkt, is de was opplooien. (lacht)

Ik las onlangs nog dat wanneer je eenvoudige taken heel bewust uitvoert, je echt loslaat.

Uus: Klopt! Dat heeft ook te maken met het feit dat ons brein een negatie niet goed opslaat. Als je een bevel hoort met een negatie, dan horen we die negatie niet. Wanneer je bijvoorbeeld tegen je kindje zegt: ‘Hier mag je niet aanko men’, dan hoort je kind alleen het woord ‘aan komen’. Zo werkt het ook voor ons. Wanneer we onszelf voornemen om niet aan die verve lende mail of dat berichtje van die vriendin te denken, dan doen we dat automatisch net wel. De kunst is om ons brein in ons voordeel in te zetten. Van die simpele taakjes zorgen ervoor dat je helemaal opgaat in het moment.

Lieke: Wanneer ik echt móét loslaten, werkt er voor mijn brein maar één ding: sporten! Dat is jammer genoeg ook het eerste wat ik skip wanneer het drukker wordt. Ook een boekje voorlezen voor mijn dochter Sophia of knuffe len met mijn kroost brengt mijn hoofd even tot stilstand. Het zijn die kleine dingen die inder daad voor een groots effect zorgen. Praten met mijn man is ook zo’n onmisbaar iets. Als ik dat niet doe, dan ben ik een vogel voor de kat. Of naar de Kempen gaan, dat werkt ook. Wanneer ik in de tuin van één van mijn beste vriendinnen, Annelies van Atelier Stek, zit en mijn eigen dialect spreek, dan vervel ik en wordt mijn hart eens zo toegankelijk.

En schrijven, welk helend effect heeft dat op jullie?

Lieke: Dat is extreem belangrijk. Toch kies ik veel sneller voor spreken dan voor schrijven. De confrontatie met datgene wat zwart op wit staat, is altijd harder. Hetgeen je zegt, vervliegt. Ik vind het knap dat Uus zich telkens weer door die confrontatie met het witte blad heen worstelt. Met elk boek dat ze schrijft, met elke opdracht die ze aanneemt, doet ze het toch maar. Ik merk, nu ik zelf een boek aan het schrijven ben, hoe moeilijk dat wel niet is, die confrontatie aangaan met zwart op wit. Toch neemt dat mijn voorliefde voor schrijven niet weg. Om nog maar te zwijgen over het therapeutische effect dat ook daarachter schuilgaat. Ik merk, in de aanloop naar een afscheidsceremonie, telkens weer hoe helend het werkt om iets op papier te zetten. Ik mocht ook al meermaals ervaren hoe datzelfde effect ontstaat wanneer anderen een stukje van hun hoofd of hart op papier zetten, geadresseerd aan zij die in het centrum zitten van het verdriet. Ik probeer, daar waar families samen met mij de rouwbrief opstellen, steeds te vermelden dat het delen van verhalen, anekdotes, grote en kleine momenten de oorverdovende stilte kan doorbreken. Zodra dat op de rouwbrief staat, gebeurt er iets geks. Het is alsof mensen een mandaat nodig hebben om hun woorden, gedachten of gevoelens op papier los te laten. Als je dat niet zegt, gaat men doorgaans voor iets wat hopelijk niet klinkt als sterkte maar toch sterk in de buurt komt. Het vraagt wat van een schrijver om de confrontatie van het witte blad aan te gaan. Je moet erdoor willen.

“ALS ME IETS OVERKOMT, DAN IS HET EERSTE WAT IK MEZELF AFVRAAG: ‘WANNEER HEB IK TIJD OM AAN MIJN BUREAU TE GAAN ZITTEN EN DIT VAN ME AF TE SCHRIJVEN?’” – UUS

Ook hier komen we terug bij die kwetsbaarheid, die eerlijkheid.

Uus: Ja, zo mooi trouwens dat je dit op de rouwbrief zet, Lieke. Het doet me denken aan mijn doos troostkaarten, een doosje dat ik ontwikkelde met dertig verschillende kaarten met daarop troostwoorden voor verschillende gelegenheden. Eén van die kaartjes spoort je aan om de ontvanger in kwestie een herin nering te schenken. Er ligt er, as we speak, zo eentje klaar op mijn bureau, omdat ik een gezin dat net iemand heeft moeten loslaten nog een mooie herinnering wil sturen. Ook in mijn boek ‘Casper – een rouwboek’ beschrijf ik hoe ik, vijf jaar na zijn overlijden, naar vrienden en familie een mailtje heb gestuurd met de vraag hoe Casper vandaag nog in hun leven aanwezig is. Die uitnodiging om iets op papier te zetten voelt in eerste instantie misschien als een verplichting, maar werkt zonder twijfel helend, zoals Lieke al zei, voor ontvanger én schrijver. Schrijven is stilstaan, en dat voelt altijd wat moeilijk aan, maar het therapeutisch effect is groot.

Heb je dat zelf als auteur mogen ervaren?

Uus: Schrijven is my middle name. (lacht) Als me iets overkomt, dan is het eerste wat ik mezelf afvraag: ‘Wanneer heb ik tijd om aan mijn bureau te gaan zitten en dit van me af te schrijven?’ Vaak gaat het om interne dialogen die ik voer en vervolgens wil neerschrijven om rust en ruimte te creëren in mijn hoofd.

Lieke: Die drang voel ik ook vaak. Mijn grijze massa kan soms zo veel vasthouden dat ik met een bonkend voorhoofd wakker wordt. Op zo’n moment weet ik dat ik voor een wit blad moet gaan zitten en simpelweg moet neerschrijven wat er in mijn hoofd omgaat. Het loslaten van mijn gedachten op dat wit blad papier zorgt ervoor dat mijn hoofdpijn verdwijnt. Ik weet nog dat ik, vlak voor ik echt gecrasht ben, voor de zoveelste keer naar mijn huisarts ging. Hij zei: ‘Lieke, probeer straks als je thuiskomt eens een uur lang een pak suiker van één kilogram met gestrekte armen voor je te houden. Denk je dat dat zal lukken?’ Waarop ik ‘m zei: ‘Dat ga ik niet kunnen.’ En hij antwoordde: ‘Dat is anders wel wat je je hoofd constant aandoet.’ En toen begon het stilletjes binnen te sijpelen wat er aan het gebeuren was. Dat neerschrijven helpt dus om los te laten, zelfs al is het in de vorm van een eenvoudig lijstje. Als ondernemer heb ik dat ook nodig.

“DE AFSCHEIDSSECTOR MAAKTE VAN MIJ DE AFGELOPEN JAREN AL EEN VEEL LICHTER EN BEWUSTER MENS. HET HEEFT ME WAKKER GESCHUD.”– LIEKE

Uus: Zo herkenbaar. Ik heb hier naast me een to-dolijstje liggen met wat ik de komende dagen allemaal nog moet doen. Het feit dat die lijst er is, geeft me het gevoel dat de helft van het werk al gedaan is. (lacht)

Denken we nog te vaak dat we het allemaal alleen en vooral intern moeten oplossen? Zeker als het aankomt op rouw?

Lieke: Ja, vooral op vlak van rouw. Daarbij heb ben we de algemene reflex om vooral niets te delen, niets op papier te zetten en al zeker niet in de ander zijn ogen te kijken en te zeggen: ‘Vertel eens.’ Van alle menselijke thema’s die er zijn is delen met de ander, je kwetsbaar opstellen en loslaten, extreem moeilijk. We doen het dan ook te weinig, met alle gevolgen van dien, want op die manier zitten we vast in onze eigen gevangenis van verdriet.

Trekt dit thema jullie daarom professioneel zo aan, omdat er dringend meer over gesproken mag worden?

Uus: Ik ben blij dat ik kan bijdragen tot meer openheid rond verlies, afscheid nemen en rouwen. Eén van de stappen in die richting is het project van de Onumenten, openbare rouwplekken waarvan er al eentje als een zwarte rouwband uitnodigend in de Kortrijkse natuur ligt. Als rouwende moet je je niet langer terugtrekken, maar kan je ook in alle openheid en open lucht tot stilstand komen. Het idee, om open te rouwen, kreeg ook vorm als een trOostjuweel, dat ik samen met ontwerpster Veronique Sneyaert creëerde. Ook hier is het de bedoeling het gesprek te openen en de drempel om over verlies te spreken, kleiner te maken.

Klopt het, Uus, dat je na het schrijven van je eer ste boek vooral niet de stempel rouwpsychiater wilde krijgen?

Uus: Dat was inderdaad een van mijn grootste bezorgdheden op dat moment. Je moet weten dat, toen ‘Casper – een rouwboek’ in 2018 verscheen, ik eigenlijk niets met de rouwwereld te maken had. Ik had vooral mijn eigen verdriet en stak mijn energie in het verder leven van mijn leven. Toen ik naar aanleiding van het boek geïnterviewd werd, was ik altijd lichtjes nerveus om te zien welke titel ik opgeplakt zou krijgen. Ik had helemaal niet gestudeerd voor rouwtherapeut en wilde de mensen, die dat wél hadden gedaan, geen oneer aandoen. Verder wilde ik ook niet alleen geassocieerd worden met de afscheidssector, omdat ik vond dat het leven daarnaast nog zoveel moois te bieden had. Tot ik me realiseerde dat er, door deze gedachte los te laten, en al dat moois uit de wereld van rouw en afscheid toe te laten, nog zoveel meer prachtige connecties en projecten op mijn pad kwamen. Ik ben gestopt met het dirigeren of angstvallig corrigeren van mijn pad. Het klinkt cliché, maar pas wanneer je loslaat, maak je plaats voor iets anders. Hierdoor zie ik de afscheidssector nu als iets veel mooiers, ondanks de tragedies die op ons pad komen.

“IK BEN GESTOPT MET HET DIRIGEREN OF ANGSTVALLIG CORRIGEREN VAN MIJN PAD.”- UUS

Lieke: Dat is echt een feit. Onderduiken in het thema loslaten is kopje onder gaan in iets wat door velen bekeken wordt als een zwarte poel van verdriet. Daar wil je toch liever van wegblijven? Wat mij betreft niet. Deze omgeving maakte van mij de afgelopen jaren al een bewuster mens. Het heeft me wakker geschud. Ik stond nog nooit zo dicht bij mezelf als vandaag, ook al blijft het in mijn geval wel zoeken. Dat is dankzij de dood én het leven toe te laten. Uus heeft dat aan den lijve moeten ondervinden, ik ben op dat vlak, privé, nog een zondagskind.

Professioneel kies ik bewust om die moeilijke gesprekken aan te gaan, omdat dat vaak ook de mooiste zijn. Ik ben heel blij dat ik voor een stuk die angst voor de dood losgelaten heb. Professioneel heb ik de afgelopen lange maanden ook moe ten loslaten. De pandemie snoeide ongemeen hard in de trouwwereld en dwong me om stil te staan bij de succesformule die ‘Stories by Mabel’ solide heeft gemaakt. Op een gegeven moment vind je waar je goed in bent, graag doet én waar mensen op zitten te wachten. In mijn geval was dat: huwelijksceremonies, vaak en veel. De hernieuwde (waanzinnige) drukte van afgelopen zomer heeft me laten inzien dat ik als ondernemer én mens pas echt gelukkig zou zijn wanneer ik die succesformule zelf zou durven loslaten. Het duurde even voor ik be greep dat ik mag én kan wegwandelen van wat ik groot gemaakt heb, om mijn creatieve ziel te voeden met nieuwe projecten. Dat loslaten vraagt echt al mijn moed, maar ik ontdek dat het mijn horizon veel breder maakt. Ik geloof dat echt goeie ondernemers niet vasthouden aan datgene wat werkt, maar vooral durven loslaten. Durf als ondernemer te luisteren naar je buikgevoel en naar wat voor jou als mens belangrijk is.

Terug naar blog